Kunst zien, ruiken, horen, proeven, voelen. In het museum, in het donker, in de klas, op tv, op straat, op de bank. Gepland, toevallig, per ongeluk. Alleen, met vrienden of met vreemden. Of een combinatie daarvan: per ongeluk aan kunst voelen in het donker… Een belevenis op zich.
Kunstbeleving gaat over de kunst (het ‘product’) zelf, maar ook over de relatie tussen kunst en omgeving. Die dingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een film op je telefoonscherm kijken doet iets anders met je dan diezelfde film in de bioscoop zien. Opera op de Parade aanschouwen, is een andere beleving dan naar een operastuk gaan in een schouwburg. Andere plek, andere mensen, andere sfeer. Maar ook andere zitplekken, andere regels, andere prijs. De hele omgeving draagt bij aan de vormgeving van je beleving. We veronderstellen dat als mensen zich prettig voelen op een plek waar kunst wordt aangeboden, het gebodene beter zal overkomen. Omdat de plek verrast, of juist omdat je hem kent en je je er thuis voelt. Omdat het aansluit bij waar je op dat moment zin in hebt.
In ’s-Hertogenbosch is altijd gekozen voor een variatie aan podia en presentatieplekken met een eigen sfeer en publiek. Het prikkelt publiek en houdt het nieuwsgierig. We willen een stad zijn waar voor iedereen wat te beleven is; een compleet aanbod met kwaliteit. Niet ‘s-Hertogenbosch als ‘filmstad’ of ‘s-Hertogenbosch als ‘studentenstad’. Wel óók film in Den Bosch en óók genoeg te doen voor studenten.
We ontwikkelen een palet aan culturele hotspots, met een eigen identiteit, sfeer en programmering en een goede schaal. Die ambitie moet wel realistisch blijven. We kunnen immers niet oneindig veel plekken creëren. De gebruiker moet bovenal het uitgangspunt zijn bij de ontwikkelingen van culturele belevingsplekken in de stad. Dat betekent ook dat we op sommige plekken geen taak weggelegd zien voor de gemeente: misschien ontwikkelt de plek zichzelf of voegt het niets toe aan wat er al is.
We zijn goed op weg. Er is van alles te doen in de stad. Maar ‘bruist’ de stad voldoende? Wat mist er echt in de stad? Waar liggen kansen voor het grijpen?
Bij de ontwikkeling van culturele belevingsplekken, de ‘hotspots’, streven we naar meer synergie op de al bestaande plekken. Voor nieuwe plekken, zoals de Heus en het GZG-terrein, ontwikkelen we (met partners in de stad) een visie en een profiel op basis van wat er nog ontbreekt in de stad en waar behoefte aan is. Die gewenste identiteit is de basis voor het subsidiëren en faciliteren van initiatieven op die plek. We zorgen voor draagvlak in de buurt door randvoorwaarden goed te regelen en in gesprek te gaan met de wijk. We faciliteren netwerken en samenwerkingen die gericht zijn op synergie. We bouwen flexibiliteit in het subsidiebeleid om snel en adequaat in te spelen op gerichte initiatieven en we gebruiken cultuurmarketing als instrument om de gewenste identiteit van deze gebieden te profileren.
Op welke plek in Den Bosch beleef jij graag kunst en cultuur?
Kunstbeleving gaat over de kunst (het ‘product’) zelf, maar ook over de relatie tussen kunst en omgeving. Die dingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een film op je telefoonscherm kijken doet iets anders met je dan diezelfde film in de bioscoop zien. Opera op de Parade aanschouwen, is een andere beleving dan naar een operastuk gaan in een schouwburg. Andere plek, andere mensen, andere sfeer. Maar ook andere zitplekken, andere regels, andere prijs. De hele omgeving draagt bij aan de vormgeving van je beleving. We veronderstellen dat als mensen zich prettig voelen op een plek waar kunst wordt aangeboden, het gebodene beter zal overkomen. Omdat de plek verrast, of juist omdat je hem kent en je je er thuis voelt. Omdat het aansluit bij waar je op dat moment zin in hebt.
In ’s-Hertogenbosch is altijd gekozen voor een variatie aan podia en presentatieplekken met een eigen sfeer en publiek. Het prikkelt publiek en houdt het nieuwsgierig. We willen een stad zijn waar voor iedereen wat te beleven is; een compleet aanbod met kwaliteit. Niet ‘s-Hertogenbosch als ‘filmstad’ of ‘s-Hertogenbosch als ‘studentenstad’. Wel óók film in Den Bosch en óók genoeg te doen voor studenten.
We ontwikkelen een palet aan culturele hotspots, met een eigen identiteit, sfeer en programmering en een goede schaal. Die ambitie moet wel realistisch blijven. We kunnen immers niet oneindig veel plekken creëren. De gebruiker moet bovenal het uitgangspunt zijn bij de ontwikkelingen van culturele belevingsplekken in de stad. Dat betekent ook dat we op sommige plekken geen taak weggelegd zien voor de gemeente: misschien ontwikkelt de plek zichzelf of voegt het niets toe aan wat er al is.
We zijn goed op weg. Er is van alles te doen in de stad. Maar ‘bruist’ de stad voldoende? Wat mist er echt in de stad? Waar liggen kansen voor het grijpen?
Bij de ontwikkeling van culturele belevingsplekken, de ‘hotspots’, streven we naar meer synergie op de al bestaande plekken. Voor nieuwe plekken, zoals de Heus en het GZG-terrein, ontwikkelen we (met partners in de stad) een visie en een profiel op basis van wat er nog ontbreekt in de stad en waar behoefte aan is. Die gewenste identiteit is de basis voor het subsidiëren en faciliteren van initiatieven op die plek. We zorgen voor draagvlak in de buurt door randvoorwaarden goed te regelen en in gesprek te gaan met de wijk. We faciliteren netwerken en samenwerkingen die gericht zijn op synergie. We bouwen flexibiliteit in het subsidiebeleid om snel en adequaat in te spelen op gerichte initiatieven en we gebruiken cultuurmarketing als instrument om de gewenste identiteit van deze gebieden te profileren.
Op welke plek in Den Bosch beleef jij graag kunst en cultuur?